Buienradar

Een radar is radio-detecterende apparatuur en is gebaseerd op het gebruik van radiogolven. Radars zenden elektromagnetische golven uit, vergelijkbaar met draadloze computernetwerken en mobiele telefoons. De signalen worden uitgezonden in de vorm van korte pulsen die kunnen worden gereflecteerd door objecten op hun pad en die gedeeltelijk weerkaatsen op de radar. Wanneer deze pulsen neerslag opvangen, wordt een deel van de energie terug gestrooid naar de radar. Dit concept is vergelijkbaar met het horen van een echo. Als je bijvoorbeeld in een put schreeuwt, weerkaatsen de geluidsgolven van je schreeuw van het water en komen weer naar je toe. Op dezelfde manier reflecteert de puls neerslag en stuurt een signaal terug naar de radar. Aan de hand van deze informatie kan de buienradar zien waar de neerslag valt en hoeveel neerslag er is.

De componenten

Een radar heeft een aantal componenten. Het heeft het een zender, die de energiepuls creƫert. Ook heeft het een zend/ontvangstschakelaar die de antenne vertelt wanneer hij moet zenden en wanneer hij de pulsen moet ontvangen. Vervolgens is er een antenne om deze pulsen de atmosfeer in te sturen en de gereflecteerde puls terug te ontvangen, plus een ontvanger die de ontvangen signalen detecteert, versterkt en omzet in videoformaat. Als het signaal enige neerslag tegenkomt (regen, hagel of sneeuw), wordt het teruggekaatst naar de radartoren, die het gereflecteerde signaal interpreteert (ook wel de echo genoemd). De radar kan veel bepalen aan de hand van de kenmerken van de gereflecteerde golf. De tijdsduur die de echo nodig heeft om terug te keren naar de afzender geeft aan hoe ver de neerslag van de radar verwijderd is. De sterkte van de echo geeft een sterke suggestie van het soort neerslag dat wordt aangetroffen (regen, hagel of sneeuw).

Wat laat buienradar zien?

Hoewel dit per radar verschilt, wordt er normaal gesproken om de zes tot tien minuten een signaal uitgezonden. Het resulterende geanimeerde radarbeeld vormt een lus van dertig minuten. een radarbeeld geeft je geen duidelijke en definitieve voorspelling; het laat zien waar de regen is geweest, en ook in welke richting het kan bewegen. Op moderne weersystemen worden de resultaten door een weerradar weergegeven als een kleurenbeeld op een beeldscherm. De kleurvariaties tone de intensiteit van de neerslag. Meestal wordt de meest intense vorm van neerslag aangegeven door het radarbeeld als zwart. Zorg ervoor dat je de weerschaal leest die bij elk radarbeeld hoort om te bevestigen wat elke kleur voor dat specifieke beeld betekent. Elk radarbeeld heeft een tijdstempel onderaan het beeld, dat is in Universal (Greenwich) Time. Dit laat iedereen die de foto bekijkt weten wanneer de afbeelding is gemaakt, ongeacht in welke tijdzone ze zich bevinden.